Als er zich vocht verzamelt aan de binnenkant van de ruit, wordt dit condens genoemd. Deze situatie ontstaat door het verschil in temperatuur en vochtigheid tussen de binnen- en buitenomgeving. Deze situatie treedt meestal op wanneer warme, vochtige lucht in contact komt met een koud oppervlak, zoals een raam.

Hoe ontstaat het?

Het temperatuurverschil, de slechte isolatie of de hoge luchtvochtigheid kunnen de condens op de beglazing veroorzaken. Bij koud weer is de beglazing meestal kouder dan de temperatuur binnen. Bij het contact tussen de warme binnenlucht en het koude glas van de beglazing, verliest de warme lucht haar capaciteit om vocht vast te houden.

Bij een toenemende relatieve luchtvochtigheid zal het overtollige vocht op het koude raam gaan condenseren. Wanneer de isolatie van een raam onvoldoende is, zal het glas sterk afkoelen in vergelijking met de binnentemperatuur. Slecht geïsoleerde ramen, zoals enkel glas, zijn gevoeliger voor condensvorming.

Het uitvoeren van activiteiten in huis, zoals koken, douchen of het drogen van wasgoed, kan leiden tot een toename van de luchtvochtigheid binnen uw woning. Als deze vochtige lucht niet goed wordt afgevoerd, kan het condensatie op ramen veroorzaken, vooral als die ramen koud zijn. Dit zijn de meest gebruikelijke factoren die zorgen voor condensvorming, maar er kunnen ook andere oorzaken zijn in uw woning.

Wat kunt u ondernemen om condensvorming te verminderen of te voorkomen?

Zorg dat er voldoende ventilatie is in uw huis, met name in ruimtes waar veel vocht ontstaat, zoals de keuken en de badkamer. Zorg ervoor dat vochtige lucht naar buiten kan door middel van ventilatieroosters of het openen van ramen. Investeer in de isolatie van uw ramen om temperatuurverschillen te verminderen.

In de badkamer en keuken, waar veel vochtige lucht wordt geproduceerd, kunt u uw afzuigventilatoren gebruiken om vocht direct af te voeren. Als de luchtvochtigheid in huis consistent hoog is, kunt u uw luchtontvochtiger gebruiken. Als u condensatie vermindert, zal het binnenklimaat aangenamer worden en schimmelvorming voorkomen worden.